Monitoring PRRS

De varkenshouderij kent ziektes met een grote economische impact. De borging van de gezondheid op k.i.-stations is dus een serieuze zaak. PRRS is een wereldwijd veel voorkomende ziekte in de varkenshouderij, met soms grote gevolgen. Daarom heeft Varkens KI Nederland de monitoring hierop nog verder geïntensiveerd.

Veel bedrijven streven naar een vrije of stabiele status. Ze betrekken het sperma daarom van onze PRRS-vrije k.i.-stations. Om de gezondheid van het sperma te kunnen borgen gebruikt Varkens KI Nederland een intensief monitoringsysteem.

PRRS is geen aangifteplichtige ziekte. In de wetgeving staan geen voorschriften over het monitoren van de PRRS-status. Veel k.i.-organisaties hebben daarom een eigen monitoringsysteem. Meestal komt dit neer op het maandelijks onderzoeken van 10% van de aanwezige beren met de ELISA-test. De ELISA-test toont antilichamen aan. Het kan echter één tot meerdere weken na het optreden van een infectie duren voordat antilichamen worden gevormd. In de tussenliggende tijd kan het virus of de ziekte wel aanwezig zijn, maar via de ELISA-test nog niet aantoonbaar.

Varkens KI Nederland vindt dit niet verantwoord. Besloten is een intensiever monitoringsysteem op te zetten dan gebruikelijk is in de varkenshouderij. Het nieuwe systeem geeft een grotere zekerheid dat het k.i.-station vrij is van PRRS. Dit monitoringsysteem bestaat uit verschillende stappen:

  1. Alle dieren betrekken van een PRRS-vrij fokbedrijf en deze intensief controleren en individueel onderzoeken op PRRS voor toelating tot de quarantaine.
  2. Extra lange quarantaines voor verbeterde detectie bij besmettingen.
  3. 100% van de dieren middels de ELISA-test onderzoeken op PRRS voor deze vrijgegeven worden voor transport naar het k.i.-station.
  4. Transport van de beren met eigen luchtgefilterde vrachtwagens.
  5. Strenge biosecurity-maatregelen op de k.i.-stations.
  6. Twee keer per jaar een NVWA-audit en jaarlijks een eigen audit voor de biosecurity op de stations.
  7. Luchtfiltering van alle PRRS-vrije stations.
  8. Iedere twee weken vijftien bloedmonsters per station onderzoeken via PCR.
  9. Elke drie maanden 25% van de beren met ELISA testen op antilichamen.
  10. Ieder jaar iedere beer minstens één keer onderzoeken.
  11. Van alle beren de temperatuur opnemen bij spermavangen. Bij koorts het sperma niet verkopen en bloed afnemen voor onderzoek op PRRS via PCR.

Deze reeks maatregelen zijn in onze ogen nodig om de gezondheid op de k.i.-stations zo goed mogelijk te borgen. Een investering die meerwaarde biedt voor de zeugenhouders in Nederland.

Meer nieuws